Norli is toch wel één van de bekendere rassen binnen de stampeulen die veel wordt geteeld. De peulen van Norli zijn vrij klein maar zitten bomvol smaak! Ze komen in grote getalen aan de plant en zijn in een wat later stadium lekker zoet. In principe heeft Norli geen gewasondersteuning nodig maar het maakt het plukken wel gemakkelijker.

Norli kun je het beste maart-april in de volle grond uitzaaien. Zaai je pas in mei, dan heb je kans dat er minder peulen aan de plant komen of dat de plant last krijgt van meeldauw. Stop het boontje ongeveer 3 cm diep in de grond. Dan verklein je de kans dat ze worden opgegeten door muizen en vogels. Zaai je liever voor? Dat kun je al in februari doen. Plant de plantjes in maart uit in rijen en zorg voor een plantafstand van zo'n 5 cm. Deze afstand hou je ook aan als je buiten zaait. Zorg dat er tussen de rijen ongeveer 50 cm zit.