Als je wel eens een wandeling in de natuur maakt, heb je kans dat je de Kaardebol al een keer bent tegengekomen. De paarse Kaardebol is namelijk een inheemse distel. De kleine paarse bloemetjes groeien in ringen om een stekelige zaadbol en hebben een enorme aantrekkingskracht op bijen, hommels en vlinders. De bollen groeien aan een vertakte stevige steel die wel 150 - 180 hoog kunnen worden. 

Kaardebol groeit graag in losse, kalkhoudende grond op een zonnige plaats. Het is een echte warmtekiemer die pas gaat kiemen bij een temperatuur vanaf 20ºC. Maar als ze eenmaal kiemen dan groeien ze snel! Zaai dus niet te vroeg in het voorjaar maar wacht tot de zon de aarde lekker heeft opgewarmd. Ons advies is eind mei, juni of zelf pas in juli. Kijk gewoon goed wat het weer doet. De natuur is (zoals eigenlijk in de meeste gevallen) de beste leidraad. Dek de zaden niet of nauwelijks af, druk de grond licht aan en houd de aarde vochtig (dus niet nat).

Nog even een tip: Knip de zaadbollen niet te vroeg af of laat ze in de winter gewoon staan want vogels zijn gek op de zaden! Met een beetje geluk krijg je bezoek van een groepje Putters in je tuin....