Golden Midget  is sinds 1959 op de markt en komt van oorsprong uit Amerika. Dit ras is ontwikkeld door Elwyn Meader en Albert Yeager aan de Universiteit van New Hampshire. Deze kleine watermeloen van ongeveer 1,5 kilo is door zijn kleine formaat (dus korte groeiperiode) heel geschikt voor ons klimaat. ‘Golden Midget’ is een goudgele meloen met sappig en zoet rozerood vruchtvlees . De plant heeft, in verhouding tot andere soorten, een vrij compacte groeiwijze waardoor je dit soort ook in potten of bakken kunt kweken. (Let er dan wel goed op dat het overtollige water weg kan lopen.) 

Bij de meeste watermeloenen is het lastig te bepalen wanneer de vruchten rijp zijn. Bij Golden Midget is het wat makkelijker. Je kunt het namelijk zien. De vrucht kleurt van groen naar geel.  Als de vrucht helemaal geel is geworden, is hij rijp. Ook dit meloentje is goed bewaarbaar. Na het plukken kun je ze gerust nog een aantal dagen op de fruitschaal laten liggen.


Een watermeloen heeft veel warmte en licht nodig om te groeien.  Daarom kun je ze het beste in een verwarmde kas zaaien. Dit kan vanaf maart tot half mei. Zorg er voor dat de bodemtemperatuur op zaaidiepte tussen 22 en 25°C is. De nacht temperatuur mag echt niet lager zijn dan 15°C.

Leg de zaden, het liefst in potjes, op 1 cm diepte in vocht
vasthoudende grond.
Houd de grond iets vochtig. Let er op dat je de aarde niet te nat maakt want
dan zullen de zaden gaan rotten.

Pas als de kiemplantjes naast hun eerste twee blaadjes, nóg
twee tot drie blaadjes hebben gevormd, kun je ze verplanten. Houd een
plantafstand van ongeveer 60 cm aan.
Voor de kleinere soorten , van ongeveer 1 tot 1,5 kilo, kun je in de kas alvast
draad spannen of een rek van bamboe stokken maken zodat je de planten daar
langs kunt laten groeien. De planten
klimmen niet vanzelf. Je zult ze wat meer moeten helpen. 
De zwaardere soorten kun je beter laten kruipen (vlakteteelt). Zorg dan wel
voor voldoende ruimte.


Watermeloenen hoef je niet te snoeien. De planten worden ook
niet zo groot als die van de andere meloen soorten. Let er wel op dat de
planten niet teveel door en over elkaar gaan groeien. Zorg dat overdag bijen en hommels naar binnen
kunnen zodat de bloemen worden bestoven. Anders zullen er geen meloenen aan de
planten komen.

Zoals gezegd houden watermeloenen van vochtvasthoudende grond, maar zorg er wel
voor dat het overtollige water weg kan. Door kletsnatte grond zullen de wortels
gaan rotten. Om de grond luchtig te maken kun je er compost doorheen spitten.
Vermijd met water geven zoveel mogelijk dat er water op de bladeren komt om
ziektes te voorkomen.




Bemest de planten niet veel en gebruik geen bemesting waar
een hoog gehalte aan stikstof in zit. De plant zal dan veel blad en stelen
ontwikkelen en dat gaat ten koste van de vruchtvorming.