Als je geen kelder of schuur hebt, is inkuilen een hele handige manier om bijvoorbeeld aardappel, pastinaak en wortel lang te kunnen bewaren. Het is een hele oude bewaarmethode die wordt gebruikt om groenten te bewaren en te beschermen tegen vorst tijdens lange winters. Mensen ontdekten eeuwen geleden dat het in de grond begraven van voedsel de houdbaarheid aanzienlijk verlengde. Zo konden ze hun voedselvoorraad op peil houden tijdens periodes van schaarste, zoals de winter, wanneer vers voedsel bijna niet te vinden was. In sommige landen in afgelegen gebieden en traditionele gemeenten wordt deze methode nog steeds gebruikt. Gewoon omdat het heel eenvoudig en effectief is. Tegenwoordig komt inkuilen weer een beetje in de belangstelling. Vooral bij mensen die graag op een duurzame manier, zelfvoorzienend willen leven.

Het traditionele inkuilen van groenten gaat als volgt: Deze methode is geschikt voor groenten met een laag vocht gehalte en een hoog zetmeel gehalte. Dat kan bijvoorbeeld pastinaak, wortel en aardappel zijn. Zorg er bij het oogsten voor dat je de groenten die je gaat inkuilen niet beschadigd en laat bij de pastinaak en wortel ongeveer 2-3 cm van het loof zitten.

1. Kies buiten een droog en goed doorlatend stukje grond uit. Het beste zou een verhoogde plek zijn zodat het regenwater sneller wordt afgevoerd.
2. Graaf een ondiepe kuil of sleuf die groot genoeg is voor de hoeveelheid die je wilt bewaren. Hoe diep je hem maakt hangt af van het soort en de hoeveelheid groente die je wilt bewaren. Een goede richtlijn is 30-50 cm. Dan heb je vaak wel genoeg aarde om de groente volledig mee te bedekken zodat je een isolatie laag kunt creëren.
3. Leg een laag stro, blad of droog gras in de kuil om te voorkomen dat je oogst direct contact maakt met aarde.
4. Zorg dat de groenten droog en onbeschadigd zijn en leg het in een enkele laag op de ondergrond in de kuil. Leg ze niet op          elkaar maar zorg er juist voor dat ze elkaar niet raken om rotting te voorkomen.
5. Dek alles af met een andere laag stro, blad of gedroogd gras en leg daar dan een tweede laag van je oogst bovenop.
6. Herhaal deze lagen totdat je oogst in de kuil ligt.
7. Eindig met een dikke laag stro of hooi om alles te beschermen tegen vorst en kou.
8. Dan de laatste stap: Traditioneel worden er voor deze stap bijvoorbeeld droge bladeren gebruikt, maar je kunt je er tegenwoordig voor kiezen om je inkuilplaats te beschermen tegen regenwater met iets anders… Leg als laatste een stuk zeil over de inkuilplaats en hou die op zijn plek met bijvoorbeeld een paar grote stenen of een laag aarde. Zo voorkom je dat regenwater bij je oogst kan komen en bederf kan veroorzaken.

Groenten zoals bietjes of koolraap kun je ook inkuilen. Je gebruikt alleen nu in plaats van stro, blad of droog gras, zand. Het zand helpt bij het reguleren van de vochtigheidsgraad en voorkomt schimmelvorming. Let er goed op dat je oogst geen vieze plekjes of beschadigingen heeft. Je graaft ook nu weer een kuil of sleuf maar omdat bietjes en koolraap meer vocht bevatten, leg je op de bodem eerst een laag zand. Dan leg je een laag bietjes en/of koolraap op het zand en zorg dat ze niet tegen elkaar liggen. Dan bedek je ze weer met zand. Blijf lagen afwisselen totdat je kuil vol is of dat je de gewenste hoeveelheid in de kuil hebt gelegd. Je eindigt met een laag zand zodat je oogst goed beschermd wordt. Vervolgens eindig je met stap 8 van de bovenstaande werkwijze.

Controleer regelmatig de inkuilplaats op schade en dek alles weer goed af als je er iets uit hebt gehaald. Als je de stappen goed hebt uitgevoerd, kun je de ingekuilde groenten op deze manier maandenlang bewaren!