Zaaien van pompoenen
Pompoenen zijn niet alleen heerlijk om te eten, maar ook superleuk om te kweken. Het begint allemaal met de zaden. Als je eenmaal je keuze hebt gemaakt uit het enorme aanbod van soorten, kan de pret beginnen!
Het beste moment om buiten te zaaien is in het late voorjaar. Eind mei of juni is perfect omdat de dagen dan al wat langer worden en de bodemtemperatuur ondertussen ook is gestegen. De bodemtemperatuur is voor pompoenzaden namelijk erg belangrijk. Voor veel soorten is de minimale bodemtemperatuur 18°C en de ideale bodemtemperatuur 20-22°C. Waar het vaak mis gaat is dat mensen denken dat als het buiten lekker weer begint te worden, het tijd is om te zaaien. We begrijpen heel goed dat je groene vingers dan meteen beginnen te jeuken maar als het in de grond bijvoorbeeld nog maar 10°C is, wachten de zaden met kiemen. De kans groot dat ze dan worden aangetast door bacteriën of schimmels en komt er niks of nauwelijks iets op. Het is dus echt beter om nog even een tijdje te wachten. Wanneer de grond goed is opgewarmd, zal het kiemproces veel sneller gaan en krijg je sterke planten. Wil je toch graag voeger zaaien, zaai dan half april-begin mei binnen voor en plant de jonge planten na de laatste nachtvorst uit als ze twee of drie echte bladeren hebben.
Tja en dan is het na het zaaien wachten geblazen en een kwestie van de grond vochtig houden. Je kunt ze soms de grond wel uit kijken maar na een week of twee, afhankelijk van het soort en de weersomstandigheden, zie je dan (eindelijk) de eerste kiemplantjes boven de grond komen.
En dan begint nu het echte werk pas! Pompoenen hebben best veel water nodig, vooral als ze eenmaal beginnen te groeien. Zorg ervoor dat de grond vochtig blijft, maar ook weer niet te nat, want dan kunnen de wortels gaan rotten. Zorg er ook voor dat de onkruid druk laag blijft. Zeker in het begin! Het kan daarom handig zijn om de ruimte tussen plantjes te mulchen met stro, zodat de grond vochtig blijft en onkruid minder kans krijgt. Let er ook goed op dat de jonge planten in een regenachtig voorjaar niet worden verorbert door slakken, of dat duiven en kraaien er met de kiemplantjes vandoor gaan. In de zomer zullen de planten gaan bloeien met grote gele bloemen die worden bestoven door o.a. hommels, bijen en vlinders. Om deze nuttige beestjes aan te trekken, kun je langs de rand van je land bijvoorbeeld Oost-Indische kers, Goudsbloemen of Zonnebloemen zaaien. Er zitten twee verschillende bloemen aan pompoenplanten. Er zijn namelijk vrouwelijke en mannelijke bloemen. Alleen de vrouwelijke bloemen groeien, nadat ze zijn bestoven, uit tot pompoenen.
En voilà, je hebt je eigen pompoenen gekweekt! Dan kan in september-oktober het feest van het oogsten beginnen! Zijn je pompoenen goed rijp, dan kunnen ze met een scherp mes of een snoeischaar van de planten worden gehaald. Laat altijd een stukje steel aan de vrucht zitten. Dit helpt om ze langer te bewaren. Je hoeft niet alle vruchten in één keer te oogsten. Je kunt er gerust nog een paar aan de plant laten zitten, vaak worden ze dan juist lekkerder. Ze kunnen alleen niet tegen kou, dus zorg dat ze voor de eerste nachtvorst van het land zijn. Wil je meer weten over het bewaren van pompoenen? Daarover kun je lezen in een andere blog met de titel “Bewaren van pompoen”.
Veel plezier met zaaien en oogsten maar geniet ook vooral van de gerechten die je met ze kunt maken!
Het beste moment om buiten te zaaien is in het late voorjaar. Eind mei of juni is perfect omdat de dagen dan al wat langer worden en de bodemtemperatuur ondertussen ook is gestegen. De bodemtemperatuur is voor pompoenzaden namelijk erg belangrijk. Voor veel soorten is de minimale bodemtemperatuur 18°C en de ideale bodemtemperatuur 20-22°C. Waar het vaak mis gaat is dat mensen denken dat als het buiten lekker weer begint te worden, het tijd is om te zaaien. We begrijpen heel goed dat je groene vingers dan meteen beginnen te jeuken maar als het in de grond bijvoorbeeld nog maar 10°C is, wachten de zaden met kiemen. De kans groot dat ze dan worden aangetast door bacteriën of schimmels en komt er niks of nauwelijks iets op. Het is dus echt beter om nog even een tijdje te wachten. Wanneer de grond goed is opgewarmd, zal het kiemproces veel sneller gaan en krijg je sterke planten. Wil je toch graag voeger zaaien, zaai dan half april-begin mei binnen voor en plant de jonge planten na de laatste nachtvorst uit als ze twee of drie echte bladeren hebben.
Standplaats:
Kies een zonnige standplaats, want pompoenen hebben zon nodig om goed te groeien en te rijpen. Begin voordat je gaat zaaien met het voorbereiden van de grond. Maak de grond goed los en voeg compost toe om het goed voedzaam te maken zodat je planten en straks de pompoenen goed kunnen ontwikkelen. Maak gaatjes van ongeveer 2 à 3 centimeter diep en leg dan in ieder plantgat een pompoenpit. Leg de zaden altijd op hun zijkant. Dat doe je om te voorkomen dat er water op het zaad blijft liggen. Ook belangrijk: Zorg dat je de zaden niet dieper dan 5 cm onder de grond legt omdat het dieper in de grond vaak nog te koud is. Bedek de zaden met aarde en houdt de grond vochtig. (niet kletsnat)Plantafstand:
Let bij het maken van de plantgaten (en bij het uitplanten) op de juiste plantafstand zodat de planten straks niet met elkaar gaan concurreren. Zet je ze te dicht op elkaar, dan gaat het ten koste van de ontwikkeling van de planten én de vruchten. Want hoe minder ruimte de plant heeft, hoe kleiner ook de vruchten worden. Kijk dus goed naar de beschikbare ruimte die je hebt bij het kiezen van het soort. Om de juiste plantafstand te bepalen, zul je eerst moeten weten welke groeiwijze je pompoenplanten hebben. Voor iedere groeiwijze wordt namelijk een andere afstand gehanteerd. Ze worden wereldwijd in drie verschillende groepen onder verdeeld maar wij hebben er zelf nog een vierde aan toegevoegd. Op onze website kun je bij iedere variant lezen wat de groeiwijze is.Ons advies:
- 1: Struikvormige groei. Die heeft de afkorting B van de internationale term ‘bush’. Voor deze en de licht rankende groeiwijze hanteer je een plantafstand van zo’n 75x75 cm.
- 2 : Licht rankende groei, met de afkorting SB van de internationale term ‘Semi bush’.
- 3: Rankend met de letter R. Hanteer bij deze groeiwijze een plant afstand van 90x90 cm of 80x100 cm.
- 4: Sterk rankend met de afkorting V van de internationale term ‘Vine’. Hier hanteer je een plantafstand van 90x120 cm of 80x150 cm en leg de ranken langs de plant zodat de paden tussen de planten vrij blijven.
Tja en dan is het na het zaaien wachten geblazen en een kwestie van de grond vochtig houden. Je kunt ze soms de grond wel uit kijken maar na een week of twee, afhankelijk van het soort en de weersomstandigheden, zie je dan (eindelijk) de eerste kiemplantjes boven de grond komen.
Verzorging:
En dan begint nu het echte werk pas! Pompoenen hebben best veel water nodig, vooral als ze eenmaal beginnen te groeien. Zorg ervoor dat de grond vochtig blijft, maar ook weer niet te nat, want dan kunnen de wortels gaan rotten. Zorg er ook voor dat de onkruid druk laag blijft. Zeker in het begin! Het kan daarom handig zijn om de ruimte tussen plantjes te mulchen met stro, zodat de grond vochtig blijft en onkruid minder kans krijgt. Let er ook goed op dat de jonge planten in een regenachtig voorjaar niet worden verorbert door slakken, of dat duiven en kraaien er met de kiemplantjes vandoor gaan. In de zomer zullen de planten gaan bloeien met grote gele bloemen die worden bestoven door o.a. hommels, bijen en vlinders. Om deze nuttige beestjes aan te trekken, kun je langs de rand van je land bijvoorbeeld Oost-Indische kers, Goudsbloemen of Zonnebloemen zaaien. Er zitten twee verschillende bloemen aan pompoenplanten. Er zijn namelijk vrouwelijke en mannelijke bloemen. Alleen de vrouwelijke bloemen groeien, nadat ze zijn bestoven, uit tot pompoenen.
Oogsten:
En voilà, je hebt je eigen pompoenen gekweekt! Dan kan in september-oktober het feest van het oogsten beginnen! Zijn je pompoenen goed rijp, dan kunnen ze met een scherp mes of een snoeischaar van de planten worden gehaald. Laat altijd een stukje steel aan de vrucht zitten. Dit helpt om ze langer te bewaren. Je hoeft niet alle vruchten in één keer te oogsten. Je kunt er gerust nog een paar aan de plant laten zitten, vaak worden ze dan juist lekkerder. Ze kunnen alleen niet tegen kou, dus zorg dat ze voor de eerste nachtvorst van het land zijn. Wil je meer weten over het bewaren van pompoenen? Daarover kun je lezen in een andere blog met de titel “Bewaren van pompoen”.
Tot slot nog één tip:
Til de pompoenen niet aan de steel op! De kans is groot dat die door het gewicht van de pompoen afbreekt. Door de wond die dat achterlaat, kun je ze niet lang bewaren.Veel plezier met zaaien en oogsten maar geniet ook vooral van de gerechten die je met ze kunt maken!