Ontdek de voordelen van wisselteelt: verbeter de bodemstructuur en verminder ziektes in je moestuin
Voor diegene die niet weet wat wisselteelt is, even uitleg in een notendop: Wisselteelt is een belangrijk systeem in de moestuin (of in het groot op akkers) waarbij jaarlijks gewassen uit verschillende families worden geroteerd over verschillende zaaibedden (of percelen).
Je verbouwt dus niet jaar na jaar op hetzelfde stukje grond, groente uit dezelfde plantenfamilie.
Maar waarom is wisselteelt eigenlijk zo belangrijk?
Wisselteelt, of ook wel rotatieteelt, wordt toegepast om de bodemstructuur te verbeteren en om te voorkomen dat de grond uitgeput raakt. Ook wordt door wisselteelt de kans op ziektes en plagen aanzienlijk kleiner, je hebt minder onkruid, het bevordert de biodiversiteit en zeker niet onbelangrijk; het is een duurzame manier van landbouw. Door wisselteelt toe te passen ben je namelijk minder afhankelijk van chemische bestrijdingsmiddelen en externe stikstofbemesting.
Bijvoorbeeld: Wisselteelt helpt bij het behouden van de vruchtbaarheid van je grond omdat ieder gewas een andere voedingsbehoefte heeft. Door dus steeds met gewassen te wisselen worden de voedingstoffen in de bodem evenwichtig gebruikt en ook weer aangevuld. Peulvruchten zijn daar een goed voorbeeld van. Ze hebben namelijk het vermogen om stikstof uit de lucht te binden en weer in de grond vrij te geven. Dus door bonen of erwten op te nemen in je teeltplan, zorg je ervoor dat de vruchtbaarheid van je grond verbeterd zodat je minder afhankelijk bent van externe stikstofbemesting. Om te voorkomen dat je met stikstofbemesting in de weer gaat om de vruchtbaarheid te “verbeteren”, kun je ook kiezen voor groenbemesters. Maar daarover meer in de blog over groenbemesters.
Voor een goede bodemstructuur kies je voor gewassen op basis van hun wortelstructuur en groeipatronen. Gewassen met een diepe worstelstructuur, zoals maïs of wortels, kun je afwisselen met gewassen met een oppervlakkige wortels. Bijvoorbeeld sla of radijsjes. De grond wordt door de diepe wortels losser waardoor water makkelijker de grond in kan trekken. De oppervlakkige wortels voorkomen erosie en houden de grond vruchtbaar.
Om ziektes en plagen te beheersen zorg je er met wisselteelt voor, dat er niet steeds dezelfde gastheerplanten worden aangeboden. Door dus steeds verschillende groenten uit andere families te kweken wordt de cyclus van vermeerdering van een ongediertepopulatie doorbroken.
Even een voorbeeld: Bloemkool verschilt wel van spitskool maar komt uit dezelfde familie. Namelijk uit de Brassicaceae-familie. Kies dus na de bloemkool bijvoorbeeld een peulvrucht, de Fabaceae-familie of een tomaat, de Solanaceae-familie. Door de variatie hoef je een stuk minder of misschien wel helemaal geen bestrijdingsmiddelen meer te gebruiken.
Tot slot nog even dit: Sommige gewassen hebben de neiging om onkruid te onderdrukken, terwijl anderen gevoeliger zijn voor onkruidgroei. Door je gewassen te roteren kun je de onkruidgroei beperken zodat je ook hiervoor minder intensief een bestrijdingsmiddel nodig hebt.
Kortom: Al met al is het toepassen van wisselteelt een stuk beter voor de natuur en uiteindelijk ook voor jezelf!
Maar waarom is wisselteelt eigenlijk zo belangrijk?
Wisselteelt, of ook wel rotatieteelt, wordt toegepast om de bodemstructuur te verbeteren en om te voorkomen dat de grond uitgeput raakt. Ook wordt door wisselteelt de kans op ziektes en plagen aanzienlijk kleiner, je hebt minder onkruid, het bevordert de biodiversiteit en zeker niet onbelangrijk; het is een duurzame manier van landbouw. Door wisselteelt toe te passen ben je namelijk minder afhankelijk van chemische bestrijdingsmiddelen en externe stikstofbemesting.
Bijvoorbeeld: Wisselteelt helpt bij het behouden van de vruchtbaarheid van je grond omdat ieder gewas een andere voedingsbehoefte heeft. Door dus steeds met gewassen te wisselen worden de voedingstoffen in de bodem evenwichtig gebruikt en ook weer aangevuld. Peulvruchten zijn daar een goed voorbeeld van. Ze hebben namelijk het vermogen om stikstof uit de lucht te binden en weer in de grond vrij te geven. Dus door bonen of erwten op te nemen in je teeltplan, zorg je ervoor dat de vruchtbaarheid van je grond verbeterd zodat je minder afhankelijk bent van externe stikstofbemesting. Om te voorkomen dat je met stikstofbemesting in de weer gaat om de vruchtbaarheid te “verbeteren”, kun je ook kiezen voor groenbemesters. Maar daarover meer in de blog over groenbemesters.
Voor een goede bodemstructuur kies je voor gewassen op basis van hun wortelstructuur en groeipatronen. Gewassen met een diepe worstelstructuur, zoals maïs of wortels, kun je afwisselen met gewassen met een oppervlakkige wortels. Bijvoorbeeld sla of radijsjes. De grond wordt door de diepe wortels losser waardoor water makkelijker de grond in kan trekken. De oppervlakkige wortels voorkomen erosie en houden de grond vruchtbaar.
Om ziektes en plagen te beheersen zorg je er met wisselteelt voor, dat er niet steeds dezelfde gastheerplanten worden aangeboden. Door dus steeds verschillende groenten uit andere families te kweken wordt de cyclus van vermeerdering van een ongediertepopulatie doorbroken.
Even een voorbeeld: Bloemkool verschilt wel van spitskool maar komt uit dezelfde familie. Namelijk uit de Brassicaceae-familie. Kies dus na de bloemkool bijvoorbeeld een peulvrucht, de Fabaceae-familie of een tomaat, de Solanaceae-familie. Door de variatie hoef je een stuk minder of misschien wel helemaal geen bestrijdingsmiddelen meer te gebruiken.
Tot slot nog even dit: Sommige gewassen hebben de neiging om onkruid te onderdrukken, terwijl anderen gevoeliger zijn voor onkruidgroei. Door je gewassen te roteren kun je de onkruidgroei beperken zodat je ook hiervoor minder intensief een bestrijdingsmiddel nodig hebt.
Kortom: Al met al is het toepassen van wisselteelt een stuk beter voor de natuur en uiteindelijk ook voor jezelf!