Groenbemesters zijn gewassen die worden geteeld omdat ze een positieve invloed hebben op de kwaliteit van de grond. Ze zijn niet alleen heel nuttig als grondverbeteraars, ze zien er vaak ook heel mooi uit als ze bloeien. Mooi of niet, ze zorgen allemaal voor een verbetering van de bodemstructuur en doordat er organisch materiaal aan de grond wordt toegevoegd, zorgen ze er ook voor dat de grond vruchtbaarder wordt. Sommige soorten hebben het vermogen om, in samenwerking met stikstofbindende bacteriën in hun wortelknobbeltjes, stikstof uit te lucht te halen. Klaver en Luzerne zijn daar twee voorbeelden van. Na het afsterven van de groenbemester, spit of ploeg je de plantenresten onder de grond waar de stikstof dan weer wordt opgenomen door de aarde. De plantenresten verteren en dienen dan weer als meststof voor je volgende gewas.

Er zijn ook groenbemesters die zo’n dichte groeiwijze hebben dat ze een natuurlijke barrière tegen onkruid vormen. De meest voorkomende heb je vast wel eens gezien. Phacelia, Japanse haver en gele mosterd zijn er een paar van. Ze worden vaak op grote schaal door boeren gezaaid, maar je kunt ze ook prima in je moestuin of pluktuin zaaien. Het ziet er niet alleen mooi uit wanneer het bloeit, je lokt er ook allerlei nuttige insecten mee aan die op hun beurt jouw gewassen bevruchten. Win-win! Je kunt sommige groenbemesters soms ook terug vinden in bloemenmengsels. Zo zitten Phacelia en gele mosterd bij ons in het Tubingermengsel.

Groenbemesters helpen ook erosie door wind en water van de grond te voorkomen. Kies voor een groenbemester met een compacte groeiwijze zodat de kans op afspoeling en bodemverlies wordt verminderd. Een goed voorbeeld van zo’n groenbemester is Trifolium (Incarnaatklaver)

De keuze van de groenbemester hangt af van de behoefte van je moestuin of akker. Onderzoek eerst even wat de gesteldheid van de grond is en beslis aan de hand van die gegevens welke groenbemester je gaat bestellen. Voor welke groenbemester je ook kiest, je draagt een steentje bij aan de biodiversiteit. Het gewas biedt onderdak en voedsel aan verschillende nuttige insecten en je helpt bij het bevorderen van een evenwichtig ecosysteem. Bovendien ben je minder afhankelijk van chemische bestrijdingsmiddelen en daar is iedereen bij gebaat!